RONNIE JAMES DIO
'N GOD VAN EEN ZANGER


Ronnie Dio is de vriendelijkheid zelve. Wanneer Blackmore, grillig en ongenaakbaar, zich op zijn kamer heeft verschanst, onbereikbaar voor hen die zich namens platenmaatschappij of pers in het hotel ophouden, neemt de zanger van de groep de honneurs waar. De verslaggever van de Engelse NME dringt voor en, terwijl wij geduldig onze beurt afwachten, gaat onze kollega van overzee zo'n anderhalf uur met Dio in de slag. Als hij eindelijk uitgevraagd is, komt Dio op ons af en maakt uitgebreid zijn verontschuldigingen, omdat hij ons zo lang heeft laten wachten.

"Zullen we maar? Ben je niet moe? Ben je niet moe van al dat wachten?" Aardige jongen. Ronnie James Dio was zanger van de groep Elf toen Blackmore hem vroeg de 'vocals' te doen op de soloplaat die de stergitarist van plan was te gaan opnemen. Blackmore vroeg ook de andere leden van Elf, maar die zijn inmiddels weer snel afgevoerd. Alleen Ronnie mocht blijven. Op basis van waardering voor elkaars kapaciteiten vonden ze elkaar en de verhouding is nog altijd goed, hoewel er van echte vriendschap geen sprake kan zijn. Als muzikale partners hebben ze privé nauwelijks iets met elkaar te maken. We beginnen ons gesprek met Dio met een terugblik op de achterliggende eerste grote Rainbow-tournee.

Hoe suksesvol is het allemaal geweest? Erg suksesvol, meent Ronnie. Had hij dat verwacht?

"Ik had het inderdaad verwacht, maar ik geloof niet dat Ritchie het verwachtte. Hij hoopte het wel, natuurlijk, want, komende uit zo'n suksesvolle groep als Deep Purple, was hij degene die de meeste risiko's liep. He was putting his ass on the line, om het zo maar eens te zeggen. Ik heb er vanaf het begin vertrouwen in gehad dat het goed zou gaan. Wanneer je iemand in de groep hebt die zo goed is als Ritchie dan kan het haast niet misgaan. Toen bovendien Cozy ons kwam versterken, kon helemaal niemand ons meer iets maken".

De band bestaat nu zo'n anderhalf jaar en is al een keer zeer grondig van bezetting veranderd. Een bevalling met komplikaties?

"Dat moet je zo zien: Die eerste elpee is gemaakt toen Ritchie nog in Deep Purple zat. Het was een solo-album van hem, waarop wij als sessiemuzikanten meededen. Het was toen nog niet de bedoeling om een echte band te vormen, op toernee te gaan en dergelijke. Toen de elpee klaar was, besloot Ritchie dat hij verder wilde gaan in die richting. Hij was erg ontevreden met de richting die Deep Purple inging, de meer funky richting. Ritchie is niet funky, hij kan funky spelen als hij wil, maar hij houdt er niet van. Het is zijn stijl nu eenmaal niet. Toen hij eenmaal besloten had met een nieuwe groep op toernee te gaan wilde hij de beste muzikanten die hij kon vinden. De jongens die op de plaat meededen waren voor het 'live'-werk minder geschikt. Om een drummer te hebben, waar je op kon bouwen, een sterke heavy rock & roll drummer, moesten we een Cozy Powell vinden. We wilden een veelzijdige toetsenbespeler, iemand die meer kon dan wat honky-tonk pianowerk, we zochten een bassist met podium persoonlijkheid. Zo vonden we Tony en Jimmy."

Voor jou persoonlijk moet dat toch vervelend zijn geweest, want het waren je voormalige vrienden en kollega's uit Elf, die niet meer mee mochten doen.

"Ja, dat was erg vervelend. Ik was aanvankelijk ook nogal teleurgesteld, ik gunde ze het sukses net zo hard als ik het mezelf gunde. Vooral de drummer, Gary Driscoll, was een erg goede vriend van me, maar ik moest toch ook aan mijn eigen carrière denken. Ik heb zo'n tien jaar in die band gespeeld en we hadden wel wat sukses hier en daar, maar niets dat leek op wat deze band zou gaan doen. Dus: als ik wel goed genoeg bevonden word en zij niet, well, that's the way it goes".


BOOSAARDIG


Was er veel verschil tussen de reakties van het publiek op de optredens en die van de pers?

"Met uitzondering van twee of drie shows, die nogal moeizaam verliepen, waren de reakties van het publiek in één woord ongelofelijk. Warm, bemoedigend, begrijpend. We willen steeds iets van onszelf overbrengen op het publiek, we willen ze plezieren en op die paar uitzonderingen na werd dat steeds erg goed aangevoeld. Wat de perskritieken betreft moet ik je zegen dat ik er niet veel gelezen heb. Meestal waren we allang weer onderweg, wanneer ze in de krant verschenen, ik laat ook geen recensies voor me vertalen uit een vreemde taal, want zo nieuwsgierig ben ik nu ook weer niet. Wel weet ik dat we een paar erg negatieve kritieken hebben gehad van journalisten die kwaad waren omdat ze geen interview met Ritchie mochten maken. Ze schreven nauwelijks over het konsert, maar zeurden alleen over het boosaardige karakter van Ritchie. Dat is natuurlijk geen manier van recenseren. Los van die kritieken, waren er nog goeie en minder goeie recensies. Het raakt me niet erg. De meesten weten niet hoe het is om iedere avond gekonfronteerd te worden met een publiek dat verwacht dat je net zo goed bent als Deep Purple, of zelfs beter."

Die boosaardigheid van Ritchie komt inderdaad in veel verhalen over de groep terug. Hij had die reputatie al toen hij nog in Purple zat. Wat vind jij van hem? Is hij echt zo lastig?

"Ritchie is een erg ongewone persoonlijkheid. Ik wil niet zeggen dat hij een genie is, maar het komt er wel dicht bij, zeker muzikaal gezien. Verstandelijk is hij ook velen de baas, hij is erg helder en scherpzinnig. Mensen met zo'n talent zijn altijd lastig om mee samen te werken. Toch: wanneer je een beetje hetzelfde over bepaalde dingen denkt, wanneer je ongeveer van dezelfde dingen houdt, dan blijkt hij één van de vriendelijkste individuen die je maar kunt tegenkomen. Ik heb weinig problemen met hem. Voor Cozy ligt het wat moeilijker, want Ritchie heeft een ontzettend nauwkeurig gevoel voor timing. Hij hoort onmiddelijk wanneer de drummer iets verslapt en zegt het dan ook, zelfs al is het maar heel gering. Voor mij is het geen probleem. Mijn manier van zingen komt overeen met Ritchie's manier van gitaar spelen, dat wil zeggen: met een aksent op het melodieuze".


STARGAZER

In de pers ben je al vergeleken met jongens als Robert Plant en Paul Rodgers. Wat vind je daarvan?

"De vergelijking met Paul Rodgers kan ik volgen. Die met Robert Plant zie ik niet zo. Robert heeft een uniek stemgeluid, niemand klinkt zoals hij, al hebben velen het geprobeerd na te doen. Ik ken hem, hij is een goeie vriend en ik kan rustig zeggen dat hij heel anders is dan ik. Paul en ik hebben wel een vergelijkbaar stemgeluid, een beetje maar, hij is veel meer op de 'zwarte' stijl van zingen georienteerd dan ik. De muziek van Bad Company is dan ook volstrekt anders dan die van ons, wij spelen recht-voor-de-raap-rock-'n'-roll."

Paul's grote voorbeeld is O....

"Otis Redding ja, dat is duidelijk, dat kun je horen. Nu ga je natuurlijk onmiddelijk vragen wie mijn favoriete zanger is.... okay, vooropgesteld dat ik vind dat ik zing als Ronnie Dio, en dat ik niemand probeer te imiteren, kan ik zeggen dat ik naar iedereen luister, al de zangers: Otis Redding, Sam Cooke, Stevie Wonder, Donny Hathaway, Robert Plant, allemaal. De enige die me misschien enigszins beinvloed heeft is Paul McCartney. Paul heeft een stem voor iedere song, hij maakt geen muziek, hij gebruikt muziek, en wel op een wijze die maakt dat er voor iedereen iets bijzit. Die veelzijdigheid bewonder ik erg bij hem. Ik probeer zelf ook zo veelzijdig mogelijk te zijn of te worden."

Wat is het nummer dat je het liefst zingt? Is er een bepaalde song waar je iedere avond weer naar uitkijkt om te doen?

"Ja, die is er. Het is 'Catch The Rainbow' en de reden is dat die song me echt de kans geeft echt te zingen, en niet alleen maar te schreeuwen. De meeste nummers die we doen zijn heavy metal, hard, agressief, snel, gelukkig heb ik een erg sterke stem, die veel kan hebben, en ik heb ook plezier in die felle nummers, maar die ene song is echt het moment om me echt te bewijzen. Ik zing hem iedere avond weer anders, ik kan er zacht en rustig op zingen en aan het slot kan ik mijn volume tonen. Het is de totale song voor mij."

Hoe ontstaan jullie nummers? Ik heb begrepen dat jij de tekst schrijft en Ritchie de muziek. Klopt dat?

"Het gaat meestal zo, dat Ritchie met één of ander riffje op de proppen komt en dan de daarbij passende akkoorden gaat zoeken, dan ontstaat er zoiets als een geraamte van een nieuwe song. Dan komt hij naar mij en vraagt wat ik ervan vind, waarop ik de zangpartij, melodie en tekst, voor mijn rekening neem. Ik laat me hierbij meestal inspireren door Ritchie's arrangement. Mijn teksten zijn nogal aan de mystieke kant: 'Run with the Wolf', 'Tarot Woman', 'Stargazer', enzovoort, dat is de manier waarop ik schrijf en tot mijn geluk zijn dat ook de soort teksten waar Ritchie van houdt. Dingen waarbij ook nog wat aan de verbeelding van de luisteraar wordt overgelaten. 'Stargazer' bijvoorbeeld, dat kun je op vele verschillende manieren interpreteren. Er zijn mensen die zeggen dat het over de president van de Verenigde Staten gaat, waarvan ik me bepaald niet bewust ben. Wanneer de song klaar is, voegt ieder lid van de band er bij de opname nog het nodige van zichzelf bij, zodat het voor iedereen een fijn nummer om te doen wordt".

De volgende plaat is een 'live'-album, hoorde ik.

"Waarschijnlijk. Het ligt op de plank".

Wordt-ie beter dan Deep Purple's nieuwste: 'Live in Europe'?

"Veel beter. Die band was aan het eind van zijn latijn, wij zijn jong en fris. Bij hen was het depressie, bij ons is het: uit de startblokken en gáán".

Bert van de Kamp, Muziekkrant Oor, Holland 3 November 1976