1    2    3    4    5    6    7    8    9    10    11    12    13    14    15    16    17    18    19    20    21    22    23    24    25    DTE 82



Originele verschijningsdatum: 31 januari 1980


Vanuit Het Hoofdkantoor
Vanuit het hoofdkantoor nog een gelukkig nieuwjaar, vooral aan de leden die zich na de jaarwisseling hebben aangemeld. De fan-clan begint nu lekker te draaien. Het aantal leden stijgt gestaag. Vooral tijdens de Deep Purple/Rainbow/Gillan/Whitesnake in Den Haag (waarover je in dit blad meer kunt lezen) hebben we veel leden erbij gekregen. Zoals je hebt kunnen zien, hebben we nu een gekleurd voorkantje en alle bladen zijn van nietjes voorzien.

Op maandag 24 december 1979 is er iets historisch gebeurd: drie generaties Deep Purple/Rainbow-club-besturen waren verenigd: Bart Hekkelman en Henk Muileman (1971-1975), René Veldhoen en Mathias Peulen (1975-1979) en wij dus. We hebben die dag een aantal nuttige zaken gehoord en gekregen, waarvoor we bovengenoemden veel dank verschuldigd zijn.

Zoals iedereen zo langzamerhand wel zal weten komt Rainbow in het eerste weekend van februari naar de Benelux. Hopelijk ligt dit blad voor die tijd in de bus. Op het moment van schrijven is daar niets van te zeggen. We hopen dat jij er ook bent. Zo ja, verzamel knipsels uit dagbladen e.d. en stuur ze op (je krijgt ze natuurlijk terug), want we willen nog voor 1 maart het volgende blad uitbrengen. Dat blad zal dan voornamelijk op de konserten gericht zijn. Ook jouw eigen reaktie op de konserten zouden we graag willen weten. Hopelijk kunnen we zelf weer interviews regelen. In dit blad vind je een eerste gedeelte van een Blackmore-interview uit het engelse blad Sounds. Wegens plaatsgebrek is het tweede deel van het Cozy-interview verschoven. Veel plezier bij de konserten.

Gerrit, Wim en Hans



RAINBOW U.S.A LIVE REPORT DEC. 1979

BLACKMORE THE MAN IN (THE) BLACK !!!


"Het maakt niet uit wat hij doet," zei Ronnie Dio eens over Ritchie Blackmore, "Ritchie krijgt het steeds weer voor elkaar. Als hij in een vat stront zou vallen, zou hij toch te voorschijn komen met een rubber pak aan." Wat gewoonlijk gebeurt, is dat Blackmore de stront zoveel mogelijk probeert te vermijden, vooral de stront die bekend staat als de muziekbusiness. En in ieder geval behoort een rubber pak niet tot de speciale uitrusting van een gitarist, die helemaal opgaat in dingen als rëincarnatie maar niet kiest voor een terugkeer naar de 15e eeuw omdat ze toen nog geen middel tegen syfilis hadden, zelfs wanneer hij dezelfde bekendheid zou krijgen door het spelen van lange en harde solo's op een luit.

Net zoals met het publiek vanavond, is Ritchie strikt genomen een "whisky-and-woman-"man, die er van houdt om mensen te bekijken vanuit de gunstige positie, waarin hij zichzelf geplaatst heeft door zijn image van een humeurige, zwaarmoedige figuur, en die mensen op een zodanig punt te plaatsen dat hij ze recht in de ogen kan kijken. De serveerster in de Snugglers Inn-bar wordt getrakteerd op een monoloog van Ritchie over kanker-verwekkende stoffen in het bier dat zij moet serveren.

Hij heeft een donker soort gevoel voor humor; iets van een voodoo-achtig Monty Python-figuur. Ik bespeur een voorliefde voor het martelen van jonge kleine dieren. "Feitelijk gooide ik stenen door ramen en ik heb veel gevochten." Ik erken mijn schuld. We zijn in een disco-bar vol met red-necks (anti-hippies) met cowboy-hoeden in Fresco, Californië, in een hotel op 15 km. van het Hilton-hotel waar de rest van Rainbow zit in een andere disco-bar, vol met red-necks met cowboy-hoeden. Het is volgens Blackmore niet gebruikelijk dat de groepsleden in verschillende hotels zijn ondergebracht.

Maar toen hij in het vliegtuig hoorde dat Hilton pochte op hun disco-bar, wenste Ritchie een ander hotel. Maar het alternatief bleek aan het eind van de avond een komplete misser te zijn: een interview, steeds onderbroken door het harde volume van Chic en Village People. Gelukkig speelde Rainbow eerder op de avond een show, die veel interessanter was. Graham Bonnet, die eruit ziet als Rob Halford in een Moss Bros-advertentie, zingt zodanig dat zelfs perfektionist Blackmore erdoor verrast moest zijn. Don Airey zorgde voor een eigenaardige vlucht van klassieke voorliefdes op zijn toetsenborden. Hiermee vulde hij Ritchie perfekt aan. Roger Glover speelde ijverig en Cozy, die nu het Rainbow-spoor het langste volgt sinds Ronnie ontslagen is, sloeg er flink op los zoals altijd, met knallend werk in het verplichte gedeelte van Tchaikovsky's 1812.

En Ritchie? Nu en dan geďnspireerd, en verder is er altijd nog de bar om naar toe te gaan. Huichelachtig, groots, welsprekend, duister en toneelspelend. "Het komt uit Europa, toneelspelen. Amerikanen hebben dat niet. In plaats daarvan hebben ze cowboy-hoeden. En daarmee zijn we weer keurig terug in de hotelbar met een stuk of wat Heinekens.

De laatste keer dat Rainbow in de States toerde, speelden ze nog de rol van underdog, een rol die Ritchie maar al te graag wil spelen. In 50-minuten-sets waren ze de opwarmers voor R.E.O. Speedwagon, zonder de bekende regenboog, de lichtflitsen en de achter het podium hangende doeken met afbeeldingen van de eerste twee LP's. Dit keer waren ze voor het eerst de hoofdact. Gedeeltelijk om de extra financiële beloningen en gedeeltelijk omdat ze hard op weg zijn om hun eerste AM (commerciëel top 20 radiostation)-hit te scoren. Terwijl ik Polydor's hoofdkantoor in Los Angeles werd rondgeleid, voor ik naar het noorden richting Fresco afreisde, zag ik de diverse top-geheime radiofiguren die lieten zien dat "Since you've been gone: de volgende week op meer stations zou worden gedraaid dan welke ander plaat ook, een gebeurtenis waar de persagent erg door geboeid was. Hij liet me ook een erg vervelend videofilmpje zien met genoemd nummer, waarin een aardige jonge dame met grote.... te zien was, die zichzelf al draaiend omhoog werkte op een glitterbol, terwijl de band doorspeelde. Het gaat allemaal om de Harde Guldens.

"Ik heb dit nog niemand horen zeggen," peinst de gitarist, die zijn vaderland heeft verlaten (belasting) en nu aan de Oostkust woont, "maar ik ben er klaar voor. Mensen zullen gaan zeggen: Rainbow is uitverkocht." "Toen ik het nummer "Since you've been gone" voor het eerst hoorde - onze manager liet het ons horen - zei ik: Dat is een goeie popsong. Hij zei: Zou je het willen spelen? Ik zei: Ja, het kan me niet schelen, het zou best een hit kunnen worden." Het is tijdens zulke onbeduidende gesprekken dat geschiedenis - en geld - wordt gemaakt.

"Weet je, ik ben het soort figuur... ik vind het leuk om iets op te nemen als die single, zodat de mensen zeggen 'het konsert is uitverkocht' en ik me heel verwaand voel. Ik kom op als 'yeah, I sold out but you watch this'. Als er mensen zijn die denken dat het uitverkocht is, dan komen ze pas. We speelden "Since you've been gone" vanavond, maar dat was de eerste keer sinds meer dan een week." "Ik geloofde alleen maar dat het een goeie popsong was en ik ben op het punt gekomen dat ik alles zal opnemen wat ik zelf wil. Ik wil niet de wet voorgeschreven krijgen door fans of andere mensen, die zeggen: 'je moet dit nummer beter niet spelen, je kunt beter dat doen."

Natuurlijk zullen er mensen zijn die zeggen dat Ritchie de wet voorgeschreven krijgt, door de veeleisende kommersjele smaak van het platenkopend publiek in het land waarin de groep al geruime tijd probeert door te breken. Rainbow, een groep die muziek maakt voor amerikaanse postbodes om mee te fluiten??? "Ja, dat is het. Maar ik geloof dat we ook muziek voor anderen kunnen maken. Voor mij maakt het echt geen verschil. Als ik zou denken dat we geen andere muziek zouden kunnen maken... hardrock is erg simpele muziek.

"Ik geloof dat sommige solo's van mij goed zijn. Maar wat betreft de riffs, de feitelijke songs, de vorderingen en de zanglijnen en wat het te zeggen heeft - goed beschouwd is het allemaal ouwe koek." "Ik mag populaire muziek. Ik mag ABBA erg graag. Je moet ervan genieten. Maar er zijn zoveel brandmerken in verwikkeld zoals 'je kunt dit niet doen want je bent een hard-rock-groep.' Dat vind ik onzin. Je moet kunnen doen wat je wilt. Net zoals ik op sommige avonden weet dat de mensen alleen maar KOMEN OM MIJ EEN GITAAR TE ZIEN KAPOTSLAAN!

Juist dan doe ik het met opzet niet. Ik sta daar maar en ik vind het prachtig om mensen te ergeren. Ik denk dat de single europeanen enorm ergert - fantastisch! Ze haten me allemaal sowieso. Dus dit gooit er alleen maar een schepje bovenop."

KRANKZINNIG? "Nee, niet krankzinnig. Ik kan mijn image van 'Ritchie is een lastige vent' wel aan. Ja, ik ben een lastige vent. En ik speel popmuziek." Plus dat hij helemaal niet geraakt is door het feit dat zijn grootste sukses juist het enige nummer van de LP, waarin hij zelf geen schrijvende hand in heeft gehad. "Het mag minzaam klinken," zegt hij, "maar ik neem deze business niet zo serieus. Het leven neem ik serieus maar niet de popbusiness." (hoewel het niet al te eerlijk overkomt).

Er is één belangrijke reden waarom Blackmore afstand kan bewaren van de hele popscene. Nee, niet geld. Maar vanwege zijn algemene houding ten opzichte van de waarde van de rock and roll. Volgens hem is het meeste rotzooi. "Het is een tijdverdrijf en geeft je werk zodat je kunt leven. Da's alles wat je er over kunt zeggen." "Muziek heeft een bedoeling, maar niet rock and roll." Hij maakt geen uitzonderingen. "Rainbow is ook maar gewoon een band, meer niet." Hij ziet het niet als een vorm van kunst.

"Ik heb zoveel respekt voor klassieke muzikanten dat ik, wanneer ik naar mezelf luister, denk: oh, wat een onzin. Ik kan muziek van vele anderen bekritiseren vanwege het feit dat ik mijn eigen muziek bekritiseer en zeg dat het rommel is. Veel ervan IS rommel maar niet alles ("No time to lose" is rommel, "Eyes of the world" is oke, vindt hij) maar veel ervan is tijdverspilling." Wat geen rommel is -je raadt het al- is klassieke muziek, "waarvan ik de mensen steeds maar WEER VERTEL DAT ZE ER NAAR MOETEN LUISTEREN.

Volgens mij is klassiek goed voor je ziel. Vele mensen zeggen 'ah, klassiek is goed voor ouwe kerels," zegt Blackmore, 34 jaar, die zich de kroning van koningin Elisabeth nog kan herinneren. "Maar het slaat niet aan, want het is niet opwindend. Toen ik 16 was, wilde ik ook niets weten van klassiek. Ik kon het niet door mijn keel krijgen. Nu voel ik een verplichting om de jongeren te vertellen 'kijk, geef klassiek een kans.'" Ja, Ritchie is niet altijd een liefhebber van klassiek geweest. Maar het is nu het enige waar hij nog naar luistert, ECHTE muziek. Hij begon op zijn elfde echt niet met gitaarspelen vanwege zijn voorkeur voor klassiek. Hij vond alleen de gitaarvorm zo mooi ('een soort houten Diana Ross'). "Het was zo'n mooi instrument en het voelde zo lekker aan."

"Ik wilde graag als Tommy Steele spelen. Hij speelde al springend. Ik dacht dat dat het pas was. Het had niets te maken met mensen, die mij van alles wilde leren en mij wilden vertellen hoe ik moest opgroeien. Mijn droom was dat mensen ooit eens zouden zeggen "nou, Richard was een slechte leerling, maar in ieder geval wist hij goed hoe hij op een gitaar moest spelen." "Mijn enige overeenkomst met zogenaamde punkers in wie ik overigens helemaal niet geďnteresseerd ben, is dat ik mijn jeugd ook niet zo leuk vond. Ik walgde ook van school. Tegenwoordig, misschien op het podium, zelfs als ik met gitaren smijt, denk ik er nog wel eens aan. Ik haatte het."

Over leraren. "Het waren bastaarden, sommige waren krankzinnig. Ik dacht, ik laat me niets bevelen en ik heb zeker geen zin iets te leren van krankzinnigen. Ik was er erg kwaad over dat ik er ook zo zou kunnen gaan uitzien. En me zo gedragen. Ik heb het allemaal omzeild. In zekere zin was ik op school een heel vervelend jochie. Ik vocht altijd. Ik lachte ook nooit, dus werd er al meteen verondersteld dat ik slecht was. Om de één of andere reden waren ze bang voor mij. Al zou ik niet weten waarom. Ik vocht veel omdat het toen 'in' was."

's Avonds beoefende hij zijn beruchte stenengooierij. Hij gooide vanuit de pols door de ramen vanaf zo'n groot mogelijke afstand. Hij ontkende altijd schuld door te zeggen dat hij niet zo sterk was. Hij ging van school op zijn vijftiende en verliet drie jaar later de voorsteden van Weston-Super-Mare. Hij vertrok naar Duitsland om o.a. Chuck Berry en Jerry Lee Lewis te begeleiden, hij speelde solo-gitaar in de groep van Screaming Lord Sutch, "alleen maar om wat in groepjes te spelen want we verdienden was niet veel." (Opmerking van de Fanclan: de tijd van de Outlaws wordt hierin niet genoemd. Lees daarover 'de geschiedenisles van The Outlaws elders in het blad).

Daarna volgde een baantje op London Airport bij de radio-afdeling, niet om aankomst en vertrek van vliegtuigen aan te kondigen, maar om reparaties te verrichten. In zijn vrije tijd, waarin andere mensen vrienden of familie bezoeken, bouwde hij aan zijn gitaar en speelde in bandjes, al trachtende om van zijn Tommy Steele-kompleks af te komen. In Deep Purple was het altijd Jon Lord, die in verband werd gebracht met de klassiekerige dingen, terwijl Ritchie datgene deed wat Cozy nu bij Rainbow doet - de waarde van de recht-voor-de-raap-hard-rock hoog houden. "Toen interesseerde ik me nog niet voor klassiek. Dat waren de tijden dat ik me erg zwaarmoedig voelde en ik alleen maar keihard wilde spelen. Ik kan nog niet geloven dat we met orkesten speelden. We bleven er te lang mee doorgaan. En ik zei: Wat is DIT nou? Die lui hebben geen sympathie voor onze muziek."

"We begonnen kort gezegd -maar dat is mijn mening- in 1968 als een vrij bekwame groep die veel te vertellen had, maar iedereen wilde te veel ineens." "In 1969 hadden we het klassieke werk, want het was Jon Lord's big thing om een 'concerto for group and orchestra' te schrijven. Hij was erg oprecht. Maar ik vond er niets aan om het te spelen en kon het ook niet respekteren dat we het deden. Het orkest stond heel minzaam tegenover ons, en ik vond het niets om met hen te spelen, dus het was één grote ellende op het podium. Maar Jon was gelukkig en het management was gelukkig ermee want voor de pers hadden we nu een gezichtspunt, waar ik me erg kwaad over heb gemaakt."

"In 1970 zei ik 'OK, nu gaan we een rock and roll LP maken, als dat geen sukses wordt dan zal ik voor de rest van mijn leven in orkesten gaan spelen." "Ik hou van orkesten, kamer muziek - een niet begeleide viool is mijn favoriet. Maar ik had toen te veel eerbied voor hen en we waren niet van hetzelfde kaliber. Ik speel nu zo'n 15 jaar en als je mij zet naast iemand die al 50 jaar viool speelt - dat is een belediging. Daarom begon en eindigde het ook zo plotseling."

© Sylvie Simmons, Sounds, 15 dec. 1979

Hier eindigt het eerste deel van dit interview. Vanwege de lengte hebben we besloten het in twee stukken te snijden. Volgende keer meer dus.

  • Voor het volledige originele interview (in het Engels): klik hier




  • Q's & A's
    QUESTIONS & ANSWERS

    DE RUBRIEK MET VRAGEN VAN LEDEN


    "STILL I'M SAD"

    "Still I'm Sad" is geschreven door Samwell-Smith/McCarty. Ik wilde weten of dit leden van een groep zijn. Zo ja, welke groep en op welke elpee staat hun uitvoering?"

    Martin de Jong, Haarlem

    Paul Samwell-Smith en Jim McCarty waren leden van de YARDBIRDS, een groep die in de jaren 60 diverse hits heeft gehad. "Still I'm sad" was in hun uitvoering een hit in 1965 en bereikte een plaats in de Veronica top 40 bij de eerste 20. De Yardbirds hebben verschillende bezettingen gehad, o.a. Jeff Beck heeft erin gespeeld. "Still I'm sad" is in de originele versie nog te koop op een LP en wel "16 GOUDEN SUCCESSEN". De plaat is uitgebracht door Charly en de platenhandelaar moet de plaat bestellen bij CNR-Weesp. Het bestelnummer is: 541.671.

    Overigens staat "Still I'm sad" ook op de tweede Boney M.-LP "Love for sale", maar die uitvoering lijkt precies op die van de Yardbirds, terwijl de beide versies van Rainbow totaal afwijken. Op "16 GOUDEN SUCCESSEN" staat ook het nummer "Shapes of things", dat later ook werd opgenomen door David Bowie (LP "Pinups") en Nazareth("Rampant", geproduceerd door Roger Glover).





    M.M. LEZERSPOLL 1979


    Samen met Sounds en New Musical Express behoort Melody Maker tot de meest gelezen muziekkranten in Engeland. Hier volgen de belangrijkste polluitslagen van de lezers van de MM over 1979.

    Groep van het jaar

      1 (10) LED ZEPPELIN
      2 ( --) POLICE
      3 ( --) DIRE STRAITS
      4 (  3) Yes
      5 (  1) Genesis
      6 (  5) Boomtown Rats
      7 ( --) Who
      8 ( --) Supertramp
      9 (  4) E.L.O.
    10 ( --) Ian Dury's Blockheads
    12 Rush
    13 Thin Lizzy
    17 RAINBOW
    18 Motörhead

    Zanger

      1 (  4) ROBERT PLANT
      2 (  1) JON ANDERSON
      3 (  2) DAVID BOWIE
      4 (  5) PETER GABRIEL
      5 (  8) IAN DURY
      6 (  6) Phil Collins
      7 ( ..) Sting
      8 (10) Bob Geldof
      9 ( ..) Gary Numan
    10 (  9) Bob Dylan
    15 Ian Gillan
    18 David Coverdale
    19 Geddy Lee
    20 Phil Lynott en Paul Rodgers

    Meest Belovend

      1 GARY NUMAN
      2 POLICE
      3 JUDIE TZUKE
    12 SCORPIONS
    13 WHITESNAKE
    14 WILD HORSES
    20 VAN HALEN

    Top gitarist

      1 JIMMY PAGE
      2 STEVE HOWE
      3 STEVE HACKETT
      4 Mark Knopfler
      5 RITCHIE BLACKMORE
      6 Brian May
      7 Gary Moore
      9 Rory Gallegher
    13 Angus Young
    14 Alex Lifeson

    Top bassist

      1 CHRIS SQUIRE
      2 JOHN PAUL JONES
      3 PHIL LYNOTT
      5 Sting
      8 Geddy Lee
    11 Lemmy
    14 ROGER GLOVER



    Top drummer

      1 PHIL COLLINS
      2 JOHN BONHAM
      3 COZY POWELL
      6 Neil Peart
    13 IAN PAICE

    Top toetsenist

      1 RICK WAKEMAN
      2 JOHN PAUL JONES
      3 TONY BANKS
      4 JON LORD
    12 DON AIREY

    Beste singles

      1 I Don't Like mondays - Boomtown Rats
      2 Are 'Friends' Electric - Tubeway Army
      3 Sultans Of Swing - Dire Straits
      7 Overkill - Motörhead

    Beste LP

      1 In Through The Outdoor - Led Zeppelin
      2 Breakfast In America - Supertramp
      3 Tormato - Yes
      6 DOWN TO EARTH - RAINBOW
      8 Live Killers - Queen
    10 Black Rose - Thin Lizzy
    15 Strangers In The Night - U.F.O.

    Top componist

      1 Led Zeppelin
      2 Yes
      3 Genesis
    11 Rush
    13 RITCHIE BLACKMORE

    Beste producer

      1 Jimmy Page
      2 Nick Lowe
      3 David Hentschell/Genesis
      7 ROGER GLOVER

    Beste live-groep

      1 Led Zeppelin
      2 Genesis
      3 Yes
      4 Thin Lizzy
      8 Rush

    Nog een opmerking van Gerrit over deze uitslagen: het spijt me te moeten konstateren dat groepen die weinig optreden zo hoog scoren (Yes, Led Zeppelin, Genesis). Voor volgend jaar verwacht ik hogere noteringen voor Rainbow vanwege de europese toernee.



    Smaakvol en leerzaam onderwijs
    DE GESCHIEDENISLES

    Schoolmeester Sphritszsaft vertelt.....
    1963: The Outlaws

    "Goedemorgen kinderen," zegt de meester. "Goedemorgen meester," zeggen de kinderen in de klas. De Meester: "Vandaag slaan we ons boekje open bij het jaartal 1963 en gaan we zien wat er in dat jaar is gebeurd."

    Het verhaal begint in 1961. Zanger Mike Berry wordt gekontrakteerd door producer Joe Meek. Berry had echter voor zijn optredens een begeleidingsgroep nodig. Via via werd deze gevonden in Billy Grey and the Stormers. Grey wordt aan de kant gezet en de groepsnaam veranderd in THE OUTLAWS. In deze eerste Outlaws-bezetting spelen Billy Kuy (solo-gitaar), Chas Hodges (basgitaar), Bob Graham (drums) en Reg Hawkins (slaggitaar), maar laatstgenoemde wordt al snel vervangen door de canadees Ken Lundgren.

    The Outlaws verzorgen niet alleen de begeleiding van Mike Berry en ook John Leyton, maar maken ook nog twee eigen singles en een LP. In hetzelfde jaar zit ook nog zanger Heinz Burt een poosje bij de groep, maar vertrekt al gauw naar The Tornadoes. De singles van The Outlaws zelf waren best verantwoord als je bedenkt dat de leeftijd van de heren tussen de 17 en 19 jaar lag. Het waren stuk voor stuk puike instrumentale werkjes, voor die tijd erg ruig en ongepolijst. Joe Meek gaf ze een zg. cowboy-look en bedacht de meest vreemde wild-west-titels als "Valley of the Sioux". Erg origineel was het niet, want naäpen van de Shadows ("Apache" en "Kon-tiki") lag er dik bovenop.

    In 1962 werden Billy Kuy (vaste baan) en Bob Graham vervangen door Roger Mingay (solo) en Don Groom (drums), maar dat ging niet lang goed. Enkele maanden later werden opnieuw gitarist en drummer verwisseld. Nieuwe drummer werd Mick Underwood en uit de groep van Screaming Lord Sutch werd de zeventien-jarige Ritchie Blackmore gehaald.

    Daarmee werd de bezetting: Ritchie Blackmore - sologitaar, Chas Hodges - basgitaar, Ken Lundgren - slaggitaar, Mick Underwood - drums.

    De eerste single die met Ritchie werd gemaakt, was "Return of the Outlaws" met op de b-kant "Texan Spiritual" in de zomer van 1963. Beide kanten waren instrumentaal en deden nogal denken aan "Telstar", een bekende deun uit die tijd, wat niet zo verbazingwekkend was omdat Meek ook die plaat had geproduceerd.

    De solo-gitaar speelt de melodie op beide kanten over een eenvoudige ondergrond. Bonkende paardenhoeven en geweerschoten openen de a-kant ('Outlaws' betekent 'vogelvrijverklaarden' - mochten deze mensen door de bevolking opgejaagd en mochten gedood worden zonder dat iemand daarvoor werd bestraft - outlaws waren vaak misdadigers).

    Het leidt geen twijfel dat deze geluiden uit het geluidseffektenarchief van Meek kwamen - hij had er meer dan 20.000 in voorraad!!! Op de b-kant zijn aan het eind levensechte wild-west-kreten te horen. De plaat verkocht meer dan welke andere Outlaws-single dan ook, maar slaagde er niet in om maar het geringste hitparade suksesje te halen. Joe Meek schreef de meeste nummers. Hij neuriede de melodie voor, terwijl de groep het dan uitzocht op hun instrumenten.

    Hoewel Meek probeerde om de groep op eigen benen te laten draaien, gebruikte hij ze af en toe ook om anoniem te laten spelen op platen van anderen b.v. van Heinz Burt (feitelijk was het zo dat deze ex-Outlaws-man Ritchie vroeg om te spelen). Hoewel de groep geen verkoopsuksesen kende, kregen ze toch een beruchte naam door hun optredens.

    Verhalen deden de ronde van drumstellen die in het publiek terecht kwamen en dat ze een polonaise deden op de dansvloer waar mensen heel netjes een tango aan het dansen waren. Ze haalden zelfs de voorpagina van de krant "News of the world" toen ze rij wachtende buspassagiers vanuit hun busje bekogelden met poederzakjes. De eigenaar van het A.B.C. in Blackpool weigerde hen wegens "het gedrag van branieschoppers".

    De volgende single in 1963 was "Law and order", gekoppeld aan "Doo dah day", die beide uit een film, "Live it up" geheten, kwamen die rond Kerst zou worden uitgebracht. Er werd voor het eerst gezongen, alleen het is niet te achterhalen wie dat deed. Een volgende single kwam er al snel achteraan: "Set the Wild West free"/"Hobo, which was", die door Billy Fury in Melody Maker op 17 augustus werd omschreven als "It's a bit off, dreary" ("Dit zit er helemaal naast, verschrikkelijk").

    De volgende single werd "Keep a knocking" met op de flipkant "Shake with me" is werd óf net voor óf net na Kerst 1963 uitgebracht. Ritchie verliet de groep in mei 1964 en werd opgevolgd door 'n zekere Harry Vincent, van wie verder niets te melden valt. Gene Vincent (geen familie?) had daarna de groep een poosje als begeleidingsgroep in 1964 en samen toerden ze door Engeland en Duitsland.

    Een lid van de R.B.A.S (zie eind van dit verhaal) heeft eens opgetreden in het voorprogramma van The Outlaws in Bristol. Hij kan zich de groep herinneren met Vincent, maar zegt niets te weten van Ritchie's aanwezigheid. Dit geeft al aan dat Ritchie toen al uit de groep was. Overigens had Gene Vincent al gauw genoeg van het gedrag van de groep en ontsloeg ze. Dit zelfde lid heeft zijn herinneringen eens nagezocht om iets meer van de groep te weten te komen. Chas Hodges, de bassist, speelde in sommige nummers ook pedal-steel-gitaar. Ritchie, die er op eerdere konserten wel bij was, speelde op een kersrode Gibson, waarschijnlijk waarop hij nog tot 1970 bij Deep Purple speelde (zie ook de hoes van "Concerto for group and orchestra"). Blijkbaar liet hij toen niets merken van de tegenwoordig zo duidelijk aanwezige zwaarmoedigheid. Hij was heel open en vriendelijk en ging zelfs zo ver dat hij buiten op de trappen van de zaal zijn gitaartechniek wel even wilde demonstreren aan belangstellenden. Zie je het voor je?

    De konserten bestonden voornamelijk uit de singles en wat klassieke rock-and-roll-nummers. Ritchie's bijnaam in die tijd was overigens BLUEBELL! Joe Meek, producer en baas van The Outlaws, gleed af in duisternis en pleegde later zelfmoord.

    Na zijn vertrek bij de groep speelde Ritchie nog op enkele Heinz-platen. Drummer Mike Underwood bleef een goede vriend van Ritchie. Via de Herd (met o.a. Peter Frampton) kwam hij terecht in Episode Six, waarin ook Ian Gillan en Roger Glover werkten. Hij werd geen Mike maar Mick genoemd. Het was Mick, die Ritchie op Ian en Roger attendeerde toen Deep Purple half 1969 zonder zanger en bassist zaten. Mick speelde later ook nog in de groep QUATERMASS, die voor het Harvest-label nog het nummer "Black sheep of the family" uitbrachten (hetzelfde nummer staat op de eerste Rainbow LP). Weer later kwam Underwood weer terecht in de groep STRAPPS. Op het moment speelt Mick weer met Ian Gillan in GILLAN. Hij is te horen op de "Mr. Universe"-LP.


    Nog even een slotopmerking: de R.B.A.S. is de Ritchie Blackmore Association Society, die verantwoordelijk zijn voor deze informatie.

    "Kinderen, de les is afgelopen. Het huiswerk voor de volgende keer is: dit verhaal goed uit het hoofd leren en verbanden proberen te leggen", aldus meester Sphritszsaft. Schoorvoetend verlaten de kinderen het leslokaal, hoofden schuddend omdat het allemaal zo ingewikkeld is..........



    PURPLE - RAINBOW - WHITESNAKE - GILLAN - DAG


    Zaterdag 12 januari ging het bestuur weer eens op pad. Dit keer ging het naar Den Haag, waar een Deep Purple-Rainbow-Whitesnake-Gillan-dag werd georganiseerd door fan-clan-leden Axel Mulder en Bert Wildenberg. Na 2˝ uur rijden hadden we het gebouw Thorbecke al gauw gevonden na aanwijzingen van het VVV. Nadat we een half uur naar goede non-stop-muziek hadden geluisterd, arriveerde Marc Brans van de belgische Deep Purple Fanclub. Hij zorgde dit keer voor filmbeelden, dia's en videofilms.

    Eerst keken we naar filmbeelden van het optreden van Whitesnake (het eerste met Ian Paice) in aug. j.l. op het popfestival in Bilzen België. De beelden waren wel niet afgestemd op de muziek, maar het was toch een lust om naar te kijken. Na een kleine pauze, waarin broodjes konden worden gegeten en veel mensen de tijd gebruikten om in ons archief te snuffelen, stonden er dia's op het programma van Rainbow, Purple, Whitesnake en Gillan. Hierbij werd passende muziek gedraaid, ook van witte LP's.

    Daarna was er een langere pauze, waarin veel mensen zich kwamen aanmelden als lid. Vervolgens zagen we een lange serie videofilm. We zagen de special "Deep Purple In Rock" weer terug, nu gelukkig in kleur. Van het belgische t.v.-programma zagen we uit "Follies" Whitesnake met "Daytripper" en Rainbow met "Since you've been gone", beide play-back. Het viel ons erg tegen dat Rainbow play-back speelde. Ritchie heeft in 1970 ooit eens de uitspraak gedaan nooit weer te zullen play-backen. Dat was toen Purple steeds maar weer "Black night" moest na-apen.

    Van het duitse t.v.-kanaal zagen we Gillan, ook play-backend, met "Vengeance". Al met al vonden we het stilletjes spelen niet zo geweldig. Op veler verzoek werd het geram van Blackmore uit de "In Rock"-special (zie eerste blad) nog eens vertoond. Ter afsluiting van de dag werden de voorzitters van de belgische en nederlandse fanclan, resp. Marc en Gerrit door Axel Mulder geďnterviewd. Hierin kwamen de verschillende meningen duidelijk tot uiting. Ze moesten zeggen waarom ze een fanclan hadden opgericht, wat ze van de verschillende groepen vonden.

    Het was bijna 5 uur geworden en de dag ging ten einde. Het was een geslaagde dag geworden, ook voor de fanclan want we kregen er meer dan tien leden bij. De dag had nog meer sukses kunnen hebben, als het festijn meer in het midden van het land was gehouden. Ik denk dat veel mensen thuis zijn gebleven vanwege de grote afstand naar Den Haag. Misschien kunnen we het i.s.m. met Axel, Bert en Marc in de loop der tijd nog eens overdoen?

    Hans



    GILLAN
    'N KWESTIE VAN SMAAK


    "Ik geloof dat ik de pers net zoveel verwaarloosd heb als ik dat door hen ben verwaarloosd, maar er is echt geen sprake van vijandigheid. Ik geef niets om modegrillen - dat heb ik nooit gedaan. De muziekbladen moeten WEL van modegrillen bestaan, maar mijn leven, muziek en carričre hangen van meer af dan van die tijdelijke trends, dus moet ik in andere richtingen zoeken in plaats van het lievelingetje van de pers te willen zijn." Ondanks Ian Gillan's openlijke tegenzin om zich bemind te willen maken bij de pers, bleek hij veel welwillender te zijn dan je zou verwachten, toen we recentelijk een gesprek met hem hadden in de relaxte atmosfeer van zijn eigen, in het centrum van London gelegen studio.

    Sinds hij Deep Purple verliet, heeft hij verschillende pogingen gedaan om de status terug te krijgen, die hij met die groep verworven had. Hoe dan ook, pas in de laatste weken hebben we zijn aanwezigheid weer volledig kunnen voelen met zijn LP "Mr. Universe", die de LP-hitlijsten bestormde. Tot nu toe waren zijn pogingen vrijwel zonder sukses, behalve dan misschien in Japan, en de korte tijd bij Island Records leverde drie platen op, die geen invloed uitoefenden. Met het gevolg dat Ian vorig jaar een nieuwe groep begon op te zetten, waarbij alleen toetsenman Colin Towns van de vorige groep overbleef.

    Aangevuld met de diensten van bassist John McCoy en gitarist Steve Byrd (die beide in Zebra hadden gespeeld) en drummer Pete Barnacle, begon Ian opnieuw te toeren in de kleine steden. Deze groep nam één LP op, getiteld "GILLAN", toen ook de naam van de groep, die alleen in Japan is uitgebracht. Ze gingen in 1978 door met het opbouwen van een fanatieke schare fans. Maar omdat Ian nog steeds niet tevreden was en overtuigd dat het beter kon als er veranderingen zouden worden aangebracht, besloot hij 'aju' te zeggen tegen Steve en Pete. Voorjaar 1979 was Ian dan ook druk in de weer om de groep weer kompleet te maken.

    Toch verzet Ian zich zo veel mogelijk tegen allerlei wijzigingen en biecht dan ook eerlijk op: "Ik haat die wisselingen. Iets, wat ik altijd gewild heb, is een stabiele groep. De vorige groep was bijna goed en ik heb er met plezier mee gewerkt. Maar ik voelde nog niet de magische kick, die zo hard nodig is." Op hetzelfde moment, dat Ian de twee muzikanten uit de groep had gezet, velde een Ierse gitarist het trauma van de ervaring dat je eigen groep uit elkaar brokkelt en het platenkontrakt verliest. Bernie Torme, die was het, was dan ook helemaal niet zo zeker van zijn toekomst. Bernie had al eens met John McCoy gespeeld in de groep SCRAPYARD en Ian verspilde dan ook geen tijd om hem in de groep te vragen. Het was een geschikt huwelijk, versterkt door een wederzijds beroepsrespekt. Bernie nam het baantje wijselijk aan en met de komst van drummer Mick Underwood was GILLAN weer kompleet.

    "Ik voelde dat ik de groep moest ontwikkelen, iets wat ik altijd vastbesloten doe, maar ik vond het niet nodig om Colin te vervangen, want als komponist is hij een fundamenteel deel van het geheel. Ook was er geen aanleiding om John te vervangen, want hij is een goede achtergrond voor mij. Maar ik wilde ook een andere persoonlijkheid op het podium hebben. Verder wilde ik het geluid meer de gitaarkant op laten gaan. Toen ik hoorde dat Bernie vrij was, wist ik al dat ik hem wilde hebben."

    "Steve en Pete treft geen blaam, maar het is alleen mijn persoonlijke smaak. Ik geloof dat ik beter af ben met Bernie. Het is pure egoďstische motivatie ten einde op het podium het beste te krijgen wat ik kan krijgen." Ian's vertrouwen in Bernie is zeker gerechtvaardigd tijdens de recente toernee van de groep door het hele land. Ian hield er met klem aan vast dat de eerste 10.000 exemplaren van "Mr. Universe" zouden worden verkocht voor de prijs van 3 pond (dat is ongeveer f 13,50 - normaal kost een LP in Engeland een dikke f 23,-). Ian ziet dit als een soort beloning voor de fans, die hem in het verleden trouw zijn gebleven.

    Hoe dan ook, het japanse album "GILLAN" zal hier niet worden uitgebracht, omdat sommige nummers op beide platen staan. Het gevolg is wel dat fanatiekelingen er f 45 voor moeten neertellen om zeker te zijn van een japanse import-plaat.

    En om de verwarring nog groter te maken: "Mr. Universe" is zojuist in Japan uitgebracht. De daar uitgebrachte versie bevat de helft van de nummers die ook op de hier uitgebrachte plaat staan PLUS een aantal nieuwe nummers, die hier niet zijn uitgebracht!!!

    "Het probleem is dat de maatschappijen met wie ik in Engeland in zee wilde, op dat moment niet geďnteressseerd waren, en die het wel waren, zag ik niet zitten," legt Ian uit, "iedereen zegt dat je geen toernee kunt doen zonder een LP uit te brengen, maar wij hebben het wel gedaan.

    We verdienden f 4500 per avond in die periode en de laatste toernee die we deden voor de grote oktober-toernee was uitverkocht. Het waren dan wel geen grote konsertzalen, maar kleinere zalen, maar toch..."

    De overvolle agenda van de groep geeft al een aanwijzing dat het met de groep in een stijgende lijn gaat. Ian zelf, zo schijnt het, heeft in lange tijd niet met zoveel plezier op het podium gestaan.

    Vlak voor de laatste toernee,verklaarde hij: "Ik ben enthousiaster dan ooit tevoren en ik heb nachten niet geslapen omdat ik me nauwelijks kon voorstellen hoe het zou zijn om weer op een groot podium te staan. Ik ben er met mijn hele hart aan gebonden. Toen we deze band bij elkaar hadden, gaven ze mij een duw in de goede richting." "Die duw was niet zozeer muzikaal als wel mij als persoon."

    Ian Gillan zit nu al weer meer dan tien jaar in de muziekbusiness en het ziet er niet naar uit dat hij het binnen afzienbare tijd op zal geven. Hij heeft een groot aantal toegewijde aanhangers gevonden sinds zijn Deep Purple-dagen. Je moet hem ook niet alleen zien als de hard-rock-zanger met een oorverdovende schreeuw. Want, ik vraag me af hoe veel van die spijkerbroek-fans zich realiseren dat hij de belangrijkste rol zong in de originele versie van "Jesus Christ Superstar" (niet in de filmversie dus) en daaropvolgend ook gevraagd is om die rol in de musical live en in de film te zingen. Maar op dat moment was hij al in Deep Purple en dus heeft hij verder geen optredens gedaan in de musical. "Ja," peinst hij, "ik was de originele Jezus Christus".

    Hij beweert dat hij zichzelf nog niet ziet stoppen met zingen en schrijven. "Maar ik relateer die dingen niet met de muziekbusiness als een geheel. Ik heb altijd dit over mijn gezegd: als mijn eigen muzieksmaak samenvalt met wat het publiek op dat moment leuk vindt, dan ben je suksesvol. Als ik niet doe wat het publiek wil, dan heb ik geen sukses. Maar ik geloof ook dat sukses wordt bepaald door iemand's eigen genoegdoeningen en beantwoordingen. Zodoende, als je doet wat je wil, kun je hoop plezier aan je werk hebben. Als je een deel van de 'music business' bent, moet je een bepaalde levensstijl volgen, die mij niet zo erg inspireert. Ik zie het wel als een belangrijk onderdeel, want het verbreedt de verkoopbaarheid van een produkt, maar ik ben er niet erg bij betrokken. Ik wil geen deel van de muziekbusiness zijn. Maar ik vind het leuk om te schrijven en platen te maken - maar het moet niet te lang duren."

    Vanzelfsprekend kwam Deep Purple tijdens dit gesprek nog ter sprake, zowel vanwege spekulaties van een Deep Purple-reünie als van de doorgaande pogingen nog geld te verdienen aan die nu niet meer bestaande maar niettegenstaande legendarische groep. Ian had zijn kommentaar op deze onderwerpen snel klaar. "Ik ben een beetje achterdochtig - nee, niet eens achterdochtig - ik weet precies de reden waarom al die Purple-LP's nog worden uitgebracht en het heeft niets te maken met de schoonheid van Deep Purple zoals die was. Ze worden alleen maar voor 't geld uitgebracht. En, tot overmaat van ramp, is er nog verschrikkelijk veel onecht materiaal dat wordt uitgebracht. Dit is heel vervelend, want we worden helemaal niet ingelicht als ze weer zo'n plaat uitbrengen. Maar hoe minder ik kommentaar op het Purple-management gevraagd wordt te geven, des te beter.... Ik wordt er aan blootgesteld mezelf in moeilijkheden te brengen."

    "Wat een reünie betreft, ik geloof dat het een punt heeft bereikt waar iemand iets moet presteren voordat het zou kunnen gebeuren. Ik bedoel, Ritchie wil iets bereiken, en ik wil dat. Het hangt er ook vanaf welk soort reünie men voor ogen heeft. Sommige mensen van het Purple management zullen mij niet graag een rol daarin willen laten spelen. Ze zouden liever David Coverdale willen hebben. Ik wil alleen maar doen wat ik het beste kan doen. Ik wil herkend worden in mijn eigen positieve en negatieve zijden."

    "Ik ben er trots op dat ik Deep Purple heb meegemaakt en ik heb er mooie herinneringen aan overgehouden maar, zoals iemand al eens zei, het is waarschijnlijk het beste om de geest van Purple in vrede te laten rusten."

    10-11-79, Steve Gett, Melody Maker



    "GORGEL GORGEL SLIK"
    door mr. J.A.S. Sphritszsaft


    Kameraden en kameradinnen,

    Vanuit het kasteel achter de regenboog een voorspoedig 1980 gewenst door uw toegenegen meester. Ook in dit pand is het nieuwe decennium met knallend vuurwerk ingeluid, muzikaal vuurwerk wel te verstaan. Want op de nieuwjaarsparty had ik (slim als ik ben) vele bekenden uit de sjoobisnis uitgenodigd. Alleen mijn dierbaar Truusje was door verkoudheid geveld. Al wandelende tussen de lange tafels met daarop een grote verscheidenheid aan cocktails, pinda's en een prima verzorgd koud buffet kon men b.v. Meneer Vandermeiden aantreffen, zich bezig houdende met het bekijken van het aantrekkelijke decolleté van Debbie Herrie, een welgesteld vrouwmens van rond de dertig, die als voornaamste bezigheid in het dagelijks leven heeft 'het er uit zien als een schoolmeisje van 16'.

    Teruggetrokken in de wijnkelder betrapte ik Michael Schenker en Ritchie Blackmore met een gestolen rekenmachientje. Ze waren druk aan het uitrekenen wie de meeste aanslagen per seconde kon maken op de gitaar. Helaas heb ik de uitslag niet vernomen. Herman Brood was ook uitgenodigd. Zelf heb ik hem niet gezien, maar Meneer Vandermeiden wist mij een paar dagen later in een zeer privé gesprek te verzekeren dat Herman de hele dag op het toilet had gezeten. Wat zoekt die jongen daar toch altijd?! Des avonds om 20.00 uur hebben we de film "De tovernaar van Oz" met zijn allen bekeken, waarna de avond werd besloten met een optreden van de groep POWERHOUSE, een gelegenheidsbandje met Roger Glover (drums), Jon Lord (zang), Ritchie Blackmore (schuiftrompet), David Coverdale (bas), Glenn Hughes (solo- gitaar), Ian Paice (drankorgel) en Ian Gillan (synthesizer). Het klonk niet onaardig. Ik wil de heren eens vragen of ze bij elkaar willen blijven. Mensen, ik groet u en zie u bij het Rainbow-konsert.

    mr. J.A.S. Sphritszsaft




    © Rainbow Fanclan 1979-1984